Lunchpakketje mee naar het werk

Wie voor de lunch en een drankje tussendoor volledig afhankelijk is van de kantine op het werk (of op school), geeft al gauw een euro of vijf per dag uit. Veertig weken van vijf dagen werken of studeren kosten dus zo'n duizend euro. Bespaar slim door zelf thuis een meeneem-lunch samen te stellen. Enkele tips.

Smeer je brood 's morgens in bevroren toestand. Het smaakt dan vers als het tegen twaalven ontdooid is.

Ook je Danoontje haal je 's morgens uit de diepvries. 's Middags heb je dan een koel toetje. Tip: neem elke dag een andere smaak mee!

Een paar plakjes komkommer houden je boterham met kaas lekker fris.

Gebruik beleg dat niet in het brood trekt. Jam en de combinatie hagelslag en boter maken je bammetje tot een sponzig geheel. In een leeg doosje van een ouderwets fotorolletje neem je precies genoeg hagelslag mee voor twee sneetjes.

Met een thermosfles warm water doe je veel. Spoel de fles voor met heet water voordat je hem vult: dan blijft hij langer warm. Een zakje aanmaaksoep, een bakje noodles en verschillende soorten oploskoffie en thee geven je de hele dag door keus.

Veel kantines stellen gratis suiker en melk voor de koffie beschikbaar. Met een beetje geluk kun je ook gratis gebruik maken van bekertjes en bestek.

Neem alleen fruit mee dat tegen een stootje kan. Rijpe banaan laat zich gemakkelijk pletten en het sap van een pruim of perzik plakt alles aan elkaar. Kies dus voor (sinaas)appels, kiwi en nog wat groenige bananen.

Sla repen, zakjes drop en rolletjes pepermunt in grootverpakking in bij de supermarkt, liefst als ze in de aanbieding zijn.

'Snoetenpoetsdoekjes' zijn eigenlijk voor kleuters. Toch zijn deze vochtige doekjes ideaal om restjes chocopasta uit je mondhoeken te vegen en kringen van een koffiekop van je agenda te halen. Zorg dat je altijd een pakje bij je hebt.

Spreek met drie of vier collega's of medestudenten af om te '(karne)melkpoolen': om toerbeurt nemen jullie een literpak mee. Stukken goedkoper dan vier kwart- of twee halveliterpakjes.

(Met dank aan John van Uden)